14/03/25

Het verbod op financiële onderaanneming in de bouwsector

De wet van 15 mei 2024 houdende wijziging van het sociaal strafrecht en diverse arbeidsrechtelijke bepalingen introduceert een verbod op financiële onderaanneming in de bouwsector, de verhuissector, en de vleessector. Het verbod is in werking getreden op 1 januari 2025

Hieronder lichten wij u de gevolgen van het verbod van financiële onderaanneming in de bouwsector nader toe.

1. Het principe van het verbod op financiële onderaanneming

Het verbod op financiële onderaanneming houdt in dat een onderaannemer de uitvoering van de aan hem toegewezen werken niet volledig aan een (onder)onderaannemer mag uitbesteden. Daarnaast is het eveneens verboden dat de onderaannemer uitsluitend de coördinatie van de werken op zich neemt, terwijl alle materiële werken aan de (onder)onderaannemer worden uitbesteed.

2. Het niveau van onderaanneming in de keten

Het verbod op financiële onderaanneming is slechts van toepassing vanaf de eerste onderaanneming in de aannemingsketen. Dit betekent dat een hoofdaannemer de volledige uitvoering van de werken zonder beperking in onderaanneming mag geven. De daaropvolgende onderaannemers in de keten zijn echter niet geoorloofd om dit te doen. 

Met andere woorden geldt het verbod van financiële onderaanneming aldus vanaf de eerste onderaannemer tot aan de laatste schakel van de aannemingsketen. 

3. Draagwijdte van het verbod op financiële onderaanneming

Zoals hierboven uiteengezet, is het verbod op financiële onderaanneming tweeledig:

  • Enerzijds, het volledig uitbesteden van de materiële werken en; 
  • Anderzijds, het uitsluitend behouden van de coördinatie van de werken, terwijl alle materiële werken worden uitbesteed.

De parlementaire voorbereiding verduidelijkt hierbij dat de onderaannemer altijd – boven op de eventuele coördinatie van de werken - minstens een klein deel (bijvoorbeeld 1%) van de materiële werken, zoals beschreven in de onderaannemingsovereenkomst, zelf moet uitvoeren. Het verbod geldt bovendien ook voor intra-groep onderaanneming.

4. Sancties?

Indien het verbod op financiële onderaanneming wordt geschonden, riskeert de onderaannemer een sanctie van niveau 4 overeenkomstig het Sociaal Strafwetboek, met name: 

Ofwel, 

  • een gevangenisstraf van zes (6) maanden tot drie (3) jaar (voor rechtspersonen wordt de gevangenisstraf omgezet in een geldboete van EUR 24.000 tot EUR 576.000); en/of
  • een strafrechtelijke geldboete van EUR 4.800, tot EUR 56.000, te vermenigvuldigen met het aantal betrokken werknemers (maximaal 100); 

Ofwel, 

  • een administratieve geldboete van EUR 2.400 tot 28.000, te vermenigvuldigen met het aantal betrokken werknemers (maximaal 100).

5. ratio legis

De wetgever heeft het verbod op financiële onderaanneming ingevoerd om sociale dumping tegen te gaan en om de aannemingsketen te verkorten. Hiermee beoogt de wetgever om de naleving van de sociaal- en arbeidsrechtelijke verplichtingen door onderaannemers te waarborgen. 

dotted_texture